Paar mooie schaakboeken aangeschaft. O.a. "Power chess with pieces" van Timman (in het nederlands zijn het twee boeken) over goede en slechte lopers en paarden. Zeer leerzame partijen waarin helder wordt uitgelegd hoe je positiespel moet spelen. Mooi om te zien, maar ik denk wel steeds "hier was ik zelf nooit opgekomen".
Het diagram komt uit de 9e matchpartij Karpov-Kasparov 1984. Normale stervelingen slaan hier a tempo terug op h4, maar Karpov heeft iets anders bedacht. 47.Pg2!! Volgens Timman de briljantste zet ooit in een WK-match gespeeld. Hij toont aan dat na 47.gxh4 Lg6 wit weliswaar beter staat, maar niet kan winnen omdat zijn koning niet kan binnendringen en zetdwang zit er ook niet in. Daarom offert Karpov tijdelijk een pion om veld h4 vrij te houden voor de koning. 47...hxg3+ 48.Kxg3 Ke6 49.Pf4+ Kf5 50.Pxh5 Karpov heeft de pion al terug. In het vervolg liep hij met zijn koning naar g6 en won de pion op f6 tegen die op f3. Moet je natuurlijk nog wel even weten dat die stelling theoretisch gewonnen is voor wit (volgens Timman zelfs zonder de beide a-pionnen nog op bord) en hoe je dat uitspeelt, namelijk middels zetdwang. Erg leerzaam en weer eens wat anders dan de gooi- en smijtpartijen van de meeste moderne grootmeesters.
