30 januari 2006

Een kwal is allang geen inktvis meer

Nog nooit werd in 1 toernooi zo vaak de kwaliteit geofferd als in Corus 2006. De aloude stelling van Kasparov dat een inktvis een kwal waard is, gaat allang niet meer op. Voor wie zijn klassiekers niet kent: een inktvis is een zwart paard op c3,d3,e3,f3 (of wit paard op c6 t/m f6), ondersteund door een pion. Volgens Gary is zo'n octopus met acht armen minstens een kwaloffer waard. Zijn opvolgers onder leiding van Topalov gaan nog een stapje verder; zij offeren kwaliteiten voor een vrijpion, voor het loperpaar of gewoon voor activiteit, onder het mom het gaat niet altijd om de objectief beste zet maar om de zet die je tegenstander de meeste problemen bezorgt, iets waar ik zelf ook een groot voorstander van ben. Topalov wist het zelfs te presteren om in 1 partij twee kwaliteiten te offeren, op hetzelfde veld (e4)! Dit indachtig besloot ik tegen Philip voor de Coppa deze trend te volgen:

(Westerduin-Plas) Wits witveldige loper is zwart de hele partij al een doorn in het oog, dus: 18...Tf5! 19.Lxf5 Aannemen een zet uitstellen middels 19.Kf1 Taf8 20.Lxf5 Txf5 21.Kg2 was gezien het vervolg wellicht nauwkeuriger geweest. 19...Txf5 20.Kf1



Hier twijfelde ik lang tussen 20...Dc4+ 21.Kg2 Pxd4, en 20...Pxg3+ 21.fxg3 Dxg3, en:

20...Dxg3!?
Ome Fritz vindt het niet bepaald voor de hand liggende 20...Lb5+!! 21.Kg2 Le2! dreigt Pxd4 22.Tae1 Df7! dreigt Pf4+ met damewinst 23.Dg4 h5! en zwart moet kiezen tussen 2 onaangename alternatieven, nl. 24.Dxh5 Pf4+ of 24.Dh3 Lxf3+ 25.Kxf3 en zwart kan kiezen tussen aftrekschaak of verder versterken met Tf8. Dit alles ontging mij, ik vond het eindspel kansrijk voor mij na (20...Dxg3) 21.fxg3 Pxg3+ 22.Kg2 Pxh5. Wit heeft zeker remisekansen, maar in de praktijk gebeurde precies wat het kwaloffer verantwoordt: de springende paarden en open lijnen bleken nauwelijks te verdedigen en in tijdnood gaf Philip dan ook een stuk weg. Lang leve het pragmatische Topalov-schaak!