06 februari 2006

De twee leukste kanten van schaken



Het op-1-na leukste aan schaken is het spelen van boeiende partijen. Dat lukte vrijdag aardig tegen Joost Ros, die niet zoals Dolf eerder dit seizoen vanuit het diagram (Plas-van Rosmalen) voortzette met 12...Lxg7, maar het veel interessantere 12...bxa1D!? speelde. Mijn eerste 4-dame partij. Na 13.gxh8D Da5+ 14.Pd2 0-0-0 15.0-0 La3?! (bekend is 15...Df5) ontstond een wel heel boeiende stelling.


Ik had hier een unieke vork op 2 dames kunnen geven met 16.Pb3, maar ik besloot tot het sterkere 16.Dxh7! Dit leek een stuk te verliezen na 16...Dxc1 17.Dxc1 Lxc1, maar ik had het goed berekend: 18.Pb3! Dxa2 19.Pxc1 Dd5. In plaats van nu een pion te winnen op f7 offerde ik die op d4. Zwart bereikte een goed eindspel maar wist dit net niet te winnen; ½-½.



Maar het leukste aan schaken is natuurlijk altijd nog winnen. Zaterdag scoorde ik mijn kortste KNSB-overwinning ooit. In het diagram (Plas-van Lijn) staat zwart al behoorlijk slecht, maar na bv. 12...Pe7 valt er nog wel wat te keepen. Het gespeelde 12...a5? kon de stelling echter niet meer verdragen: 13.Pg5! (dreigt Pe4 met stukwinst) d5 14.Dh5! en tegen de dreiging Pxh7 is niks zinnigs meer te verzinnen: 1-0.